‘Lekker’ thuis
We zijn 2 dagen terug van vakantie. Er liggen nog wel wat stapels was, per kleur gesorteerd, klaar om gewassen te worden. Het wegwerken van de was gaat me niet snel genoeg, want het regent buiten en ik heb geen droger. Een droger mis ik nooit, behalve nu dan. De tent staat buiten in de tuin nog even goed te drogen. Want dat was bij ons vertrek van de camping in Luxemburg net niet helemaal gelukt. In de garage liggen de matjes te wachten om schoongemaakt te worden. In huis liggen tassen die nog uitgepakt moeten worden. Het gras staat al weer zo hoog dat het gemaaid moet worden en het onkruid in de tuin is sneller gegroeid dan dat ik het heb kunnen wieden. En ik?
Ik ben druk bezig de was weg te werken, de vakantiespullen schoon te maken en op te ruimen. Tegelijk bedenk ik me opeens dat de kinderen volgende week weer naar school moeten, er nog een gymbroekje gekocht moet worden voor de schoolgym, er nieuwe badslippers moeten komen voor het douchen na de voetbal, ik maandag op school ga helpen om ‘jassen’ te maken voor het hapskamp van school, en realiseer ik me opeens dat ik over een paar weken mee ga op schoolkamp, dat ik mijn agenda nog moet afstemmen met de gastouder en …… Ik kan dit lijstje echt nog veel langer maken hoor, no problem.
Ik moet hier ook alles doen
Ondertussen daalt mijn humeur tot beneden nul, neemt de stress toe en verwijd ik mijn man dat hij niet nadenkt over wat er nog allemaal moet gebeuren, terwijl hij druk bezig is om de grondzeilen schoon te maken, want die waren echt te vies om aan te pakken. Alle tentspullen aan het opruimen is, auto en karretje aan het schoonmaken is. En ook dit lijstje kan ik echt nog veel langer maken. Dus mijn verwijd klopt voor geen meter. Ook hij is druk bezig. En ik? Ik blijf maar chagrijnig en boos. Totdat mijn man zegt ‘Janet, wat is er met je aan hand? Het lijkt alsof ik niets goed kan doen’. Ik vertel hem over de drukte en regelzaken in mijn hoofd. Hij hoort mij aan en zegt ‘ik weet toch niet wat er allemaal in jouw hoofd zit waarvan jij vindt dat het allemaal nog gebeuren moet deze week’? ‘En wie zegt dat jij dat allemaal moet doen? Het lijkt wel alsof ieder weer voor zich bezig is, zijn ding doet, en dat we het niet meer samen doen’. Gelukkig heb ik geleerd te parafraseren en een vraag te stellen ‘dus als ik het goed begrijp vind je dat we het in de vakantie wel samen deden en nu niet meer en dat je het graag samen wilt doen’? Zijn antwoord was ‘ja’. En eerlijk gezegd wil ik het ook samen. Doordat hij dit zei realiseerde ik me hoe ik weer in mijn oude valkuil ben gestapt van lijstjes afwerken, was wegwerken, doorgaan, geen tijd voor mezelf nemen, niet delen hoe ik wil dat mijn dag eruit ziet en zeggen dat ik ook even niets wil doen.
Olifantenpaadjes
Eigenlijk baalde ik van mezelf. Ben ik er toch weer ingetrapt; en maar doorgaan en geen tijd voor mezelf nemen. En dat ook nog op de ander projecteren.
Maar als ik later nog even reflecteer denk ik, zo raar is dat toch ook weer niet. Ik heb keer op keer het oude paadje gelopen. Dit is echt wel ingesleten en daardoor een patroon geworden. Het nieuwe paadje, ons nieuwe handelen, hebben we ook vaak te bewandelen zodat deze ook in kan slijten zodat we onbewust bekwaam kunnen worden in ons nieuwe paadje. Net zoals je soms in het gras ziet in een woonwijk dat meerdere wandelaars en fietsers zelf een nieuw pad gemaakt hebben wat voorheen niet bestond of aangelegd was. Zo wordt er een nieuw pad gemaakt. Zo werkt het ook met het oefenen van nieuw gedrag en het richten van ons brein. Vaker hetzelfde pad lopen zodat je een nieuw spoor maakt die je helpt om jouw pad te lopen. Een pad die nog meer helpend is voor jou. En telkens weer ervoor kiezen op dat nieuwe pad te bewandelen. Voor mij gaat dat pad over tijd voorzelf nemen, even niets mogen doen, ook als ik het druk heb. Of misschien juist als ik het druk heb.
Welk (nieuw) pad zou jij nog vaker willen bewandelen?